Cournot Duopoly

Top  Previous  Next

Twee firma’s in een enkele markt bieden een homogeen goed aan. Bijvoorbeeld flesjes drinkwater. De vraagcurve is lineair. De twee firma’s verkopen het water voor dezelfde prijs. De vraagcurve is gegeven door het venster rechtsboven. Je kunt deze functie aanpassen door de dikke punten op de as te verplaatsen. De kostenfuncties worden in het scherm linksboven gegeven. Deze kunnen verschillend zijn voor iedere firma.

De eerste firma staat onder aan het scherm rechtsonder. De tweede firma staat links. De pijlen representeren de hoeveelheid die iedere firma produceert. De prijs die ze krijgen voor hun product wordt bepaald door de lineaire vraagfunctie. Dit resulteert in de winst die staat in het midden van het venster.  De + and – naast de pijlen geven aan of de winst stijgt of daalt.

De knop geeft de evenwichtspunten aan. De knop  verplaatst de pijlen naar het evenwichtspunt.  In het evenwichtspunt staat er   -  -  naast de pijlen. Dit betekent dat de payoff  daalt  welke kant de firma ook op gaat.

De berekening van het evenwichtspunt staat in het venster  linksonder. De techniek die gebruikt wordt om het maximum te vinden is differentieren en de afgeleide nul stellen. Er wordt in de uitleg in het venster niet gecontroleerd op de tweede afgeleide terwijl dit wel zou moeten.