Printen |
Top Previous Next |
Je kunt tekst, tabellen en grafieken printen. Ook heb je de mogelijkheid om je naam op te geven in de rubriek Data analyse onder Opties. Op de print komt dan je naam te staan. Dat kan handig zijn als meer mensen van dezelfde printer gebruik maken. De afmetingen van de afbeelding die geprint wordt kun je door slepen instellen. In plaats van het direct printen kun je de grafiek eerst op het klembord zetten om de grafiek later bijvoorbeeld in een tekstdocument te plakken. Op het klembord plaatsen gaat met de knop
Printen van data Je kunt data ook uitvoeren naar een bestand of naar het klembord om ze bijvoorbeeld in een tekstbestand op te nemen. Je kunt eventueel eerst een keuze maken uit de variabelen en records door middel van filteren/selecteren. Een databestand dat je wilt opnemen in een ander programma, bijvoorbeeld een spreadsheet, moet je uitvoeren in de rubriek Data analyse via Opties Exporteren
Printen van afbeeldingen Bijna iedere afbeelding kan geprint worden. Soms is er een keuze van met of zonder rand. Van belang is dat de printer goed geïnstalleerd is. Welke instellingen je kunt wijzigen hangt af van het type printer. In het printmenu kun je de printerdefinitie aanpassen aan je wensen. Let er op de printer als grafisch in te stellen als je plaatjes wilt printen. Ook kan meestal de kwaliteit van de afdruk worden ingesteld. Je kunt kiezen tussen rasteren: grof tot zeer fijn (de afbeelding wordt dan opgebouwd uit grove of zeer fijne blokjes) of geen raster. Bovendien kan in dit venster de intensiteit van de afdruk worden veranderd (normaal is een intensiteit van 100) en de afdrukkwaliteit: normaal of snel. Het uitvoermenu kent een drietal opties Printen De tekening wordt direct naar de printer gestuurd Bestand De tekening kun je als bit-map in een bestand opslaan. Klembord De tekening wordt op het klembord geplaatst. Je kunt de tekening vervolgens manipuleren en bewerken. Bijvoorbeeld in een tekstverwerker of tekenprogramma. Instelling printer Van belang is dat de printer goed geïnstalleerd is. Welke instellingen je kunt wijzigen hangt af van het type printer. Via de setup kun je in het printmenu de printerdefinitie aanpassen aan je wensen. Let er op de printer als grafisch in te stellen. Ook kan meestal de kwaliteit van de afdruk worden ingesteld. Je kunt kiezen tussen rasteren: grof tot zeer fijn (de afbeelding wordt dan opgebouwd uit grove of zeer fijne blokjes) of geen raster. Bovendien kan in dit venster de intensiteit van de afdruk worden veranderd (normaal is een intensiteit van 100) en de afdrukkwaliteit: normaal of snel.
Problemen Moderne printers kunnen door diverse printerdrivers worden aangestuurd en hebben vaak veel instelopties. Over het algemeen kun je bij problemen met het printen door een andere driver en/of andere instellingen te kiezen de problemen oplossen. Bij hardnekkige problemen biedt de helpdesk van de printerfirma meestal wel een oplossing. |