Speciale functies

Top 

Je kunt voor  het maken van formules een aantal speciale functies gebruiken, ze zijn verdeeld in rubrieken: toevalsgetallen, statistische functies, wiskunde functies, logische functies

 

Toevalsgetallen

In allerlei situaties, bijvoorbeeld bij het trekken van steekproeven, kan het van belang zijn over toevalsgetallen, random numbers, te beschikken.

kent de volgende mogelijkheden om toevalsgetallen te genereren.

 

bernouilli(p)

genereert een waarde 0 met kans p en een waarde 1 met kans 1-p

exponentieel(getal)

genereert waarden uit de exponentiële verdeling met verwachtingswaarde getal

norm(gem;spr)

genereert waarden uit een normale verdeling met gemiddelde gem en standaarddeviatie spr

poisson(getal)

genereert waarden uit een Poissonverdeling met lambda=getal. Er moet gelden getal>0

random(getal)

genereert gehele waarden tussen 0 en getal. Indien getal=0 worden er waarden tussen 0 en 1 gegenereerd.

uniform(getal)

genereert waarden tussen 0 en getal.

 

 

Statistische functies

De statistische functies kun je gebruiken bij het maken van formules met het doel data om te rekenen.

 

@gem([variabele])

berekent het gemiddelde van een kolom.

@kwadraatsom([variabele])

berekent de kwadratensom van alle waarnemingen in een kolom

@max([variabele])

selecteert de maximale waarde van een kolom

max([variabele1];[variabele2];…) selecteert de maximale waarde van de variabelen in een rij (record). Dit kan nuttig zijn bij gelijksoortige steekproeven.

@min([variabele])

selecteert de minimale waarde van een kolom

min([variabele1];[variabele2];…) selecteert de minimale waarde van de variabelen in een rij (record). Dit kan nuttig zijn bij gelijksoortige steekproeven.

@sd([variabele])

berekent de standaarddeviatie van een kolom

@som([variabele])

berekent de som van alle waarnemingen in een kolom

@tel([variabele])

telt het aantal waarnemingen in een kolom

@var([variabele])

berekent de variantie in een kolom

@z([variabele])

berekent de standaardnormale waarde van een kolom.

 

 

Wiskundige functies

De wiskundige functies kun je gebruiken bij het maken van formules met het doel data om te rekenen.

 

abs([variabele])

berekent de absolute waarde.

Voorbeeld: abs(-5)=5 en abs(7.5)=7.5.

cos([variabele])

berekent de cosinus, waarde variabele in radialen

exp([variabele])

de exponentiële functie met grondtal e.

int([variabele])

de integer-functie.

Voorbeeld: int(5.5)=5, int(5.9)=5, int(-5.9)=-6.

log([variabele])

berekent de 10-log van een getal

ln([variabele])

berekent de natuurlijke logaritme

max([variabele])        

berekent het maximum van een willekeurig aantal getallen.

Voorbeeld: max([var1],[var2],[var3]) geeft het maximum van de drie variabelen in een record

min([variabele])

berekent het minimum van een serie getallen.

Voorbeeld: min([var1],[var2],[var3]) geeft het minimum van de drie variabelen in een record.

als

de als-dan-functie

De als-dan-functie, als(a,b,c), heeft drie argumenten a, b en c. Het eerste argument (a) is een uitdrukking waar de functie waar of niet-waar kan zijn. Het tweede argument (b) is het resultaat van de functie als het eerste argument (a) waar is. Het derde argument (c ) van de functie is het resultaat als het eerste argument (a) niet waar is.

Voorbeeld: als([lengte]<170, 1, 2). Waarin 1 label klein heeft en 2 label groot.

and

de and-functie komt alleen voor als onderdeel van de if functie.

Voorbeeld: als([inkomen]<100 and [werk]>50).

not

de not-functie komt alleen voor als onderdeel van de als-dan-functie.

Voorbeeld: als (not [inkomen]<100, b, c).

or

de or-functie komt alleen voor als onderdeel van de als-dan-functie.

Voorbeeld: als([inkomen]<100 or [werk]>50, b, c).

sgn([variabele])

de sign-functie geeft informatie over het teken. De sgn-functie geeft bij positieve getallen als resultaat een 1, bij negatieve getallen de waarde -1 en sgn(0)=0

sin([variabele])

berekent de sinus, waarde variabele in radialen

sqr([variabele])

berekent het kwadraat van een getal

Voorbeeld: sqr(5)=25.

sqrt([variabele])

berekent de wortel van een getal

Voorbeeld: sqrt(16)=4.

tan([variabele])

berekent de tangens, waarde variabele in radialen

 

 

Logische functies

AND

a AND b  wil zeggen dat zo wel a als b moet gelden

OR

a OR b wil zeggen dat a of b of allebei moet gelden