Statistische Proces Controle |
Top Previous Next |
De controle van productieprocessen vindt veelal plaats aan de hand van steekproeven die periodiek worden getrokken. Een hulpmiddel voor het ontdekken van verschuivingen in het productiegemiddelde zijn de zogenaamde controlekaarten. Twee bekende soorten controlekaarten zijn de X-en R-kaart en de p- en c-kaart. De X- en R-kaart is vooral geschikt als er makkelijk gemeten en precieze waarden vastgesteld kunnen worden. Er zijn echter ook processen waarin alleen maar kan worden vastgesteld dat een product wel of niet aan de eisen voldoet. In zo’n situatie wordt een aantal producten onderzocht en vastgesteld hoeveel daarvan niet aan de eisen voldoet. Deze data kunnen dan geanalyseerd worden met een p- en c-kaart. De X-en R-kaart is een controlemiddel voor variabelen (zoals het gemiddelde) terwijl de p- en c-kaart een controlemiddel is voor attributen (zoals een defect).
X- en R-kaart Zie als voorbeeld het bestand Xrcontrolekaart. Kies als Volgnummer No steekproef en als variabelen enkele observatie variabelen Op de X-kaart is het gemiddelde van de steekproef uitgezet tegen het volgnummer van de steekproef. Stel dat het productieproces normaliter een gemiddelde m en standaardafwijking s heeft. Deze waarden kun je bovenaan instellen. Wordt nu een steekproef ter grootte van n getrokken dan geldt voor de steekproef het gemiddelde m en de standaardafwijking s/√n vanwege de wortel n-wet. Op de X-kaart staan drie lijnen, de middelste is de lijn met het ingestelde gemiddelde (cl), de beide andere lijnen zijn de regelgrenzen of actielijnen.(ucl en lcl) De ligging van deze lijnen volgt uit het gewenste betrouwbaarheidsniveau. Wanneer een punt buiten de regelgrenzen wordt gevonden is er, bij een normaal productieproces, een zeer onwaarschijnlijke gebeurtenis opgetreden. Tijd voor actie. Het betrouwbaarheidsniveau moet niet te klein zijn om zo min mogelijk onterechte ingrepen in het productieproces te garanderen. De redeneringen gelden alleen als de standaardafwijking constant blijft. Om dat te controleren wordt de spreidingsbreedte (Range) berekend en aangegeven op de R-kaart.
p- en c-kaart. Zie als voorbeeld het bestand pccontrolekaart Op de p-kaart staat de fractie van de steekproef dat niet aan de eisen voldoet, uitgezet tegen het volgnummer van de steekproef. In sommige situaties wordt het aantal defecten geteld in plaats van het aantal defecte items. Bij de textielfabricage bijvoorbeeld kan bij een vaste lengte stof het aantal weeffouten geteld worden. In die situatie is een c-kaart meer geschikt. De c-kaart toont het aantal fouten tegen het volgnummer van de steekproef. Op de p-kaart staan drie lijnen, de middelste is de lijn met de ingestelde kans (cl), de beide andere lijnen zijn de regelgrenzen of actielijnen.(ucl en lcl). De ligging van deze lijnen volgt uit het gewenste betrouwbaarheidsniveau. Wanneer een punt buiten de regelgrenzen wordt gevonden is er, bij een normaal productieproces, een zeer onwaarschijnlijke gebeurtenis opgetreden. Tijd voor actie. Het betrouwbaarheidsniveau moet niet te klein zijn om zo min mogelijk onterechte ingrepen in het productieproces te garanderen. |