De datatabel |
Top Previous Next |
Statistische gegevens heten ook wel data. De data staan geordend in de rijen en kolommen van de datatabel, elke cel bevat een gegeven. Op de bovenste rij staan de variabelen, in de eerste kolom staan de volgnummers. Een kolom hoort dus bij een bepaalde variabele. Alle gegevens van één rij vormen een record. Een ster (*) in een cel geeft aan dat daar een gegeven ontbreekt. In berekeningen tellen dergelijke ontbrekende gegevens niet mee. Je kunt een cel actief maken door linksklikken. De cel wordt dan blauw. Ook met de pijltoetsen kun je door de rijen en de kolommen lopen. Boven in het scherm staat naast de knopbalk informatie over de actieve variabele. Onder in het scherm staat het aantal records vermeld. De menuopties en knoppen kun je gebruiken voor het bewerken en analyseren van de data. Als de cursor op een volgnummer staat en je klikt met de rechter muisknop dan wordt een rij met record actief. Je krijgt een werkmenu voor invoegen en verwijderen van records. Als de cursor in een cel staat en je klikt met de rechter muisknop dan wordt de kolom met variabele actief. Je krijgt een werkmenu bij de actieve variabele.
Dit menu verschijnt bij een rechtsklik. Het werkmenu heeft de veel gebruikte opties direct bij de hand.
|