Rechte

Top  Previous  Next

In dit onderdeel kun je met voorschriften en rechten oefenen.

De gekleurde stippen in de tekening kun je verslepen. Deze stippen zijn altijd roosterpunten.

Door de gekleurde stippen te verslepen verandert de grafiek van plaats, het voorschrift en het nulpunt veranderen mee. Met de Shift toets ingedrukt kun je de rechte evenwijdig verplaatsen

Naast de grafiek kun je het voorschrift, het startgetal, het hellingsgetal en het nulpunt aan en uit zetten

 

De volgorde in het voorschrift mag verschillend zijn, y =2x+3 of  2*x + 3 = y

x is de horizontale variabele en y de verticale variabele.

Deze variabelen kunnen ook andere namen hebben.

 

Getallen

Getallen die niet een heel getal zijn, kun je als breuken of als decimaal getal zien.

 

Voorschrift

Het voorschrift die bij de rechte op het scherm hoort.

 

Startgetal

Het getal bij de plaats waar de rechte door de verticale as gaat.

Er worden ook andere woorden voor startgetal gebruikt.

 

Hellingsgetal

Een rechte heeft een helling, hij loopt schuin omhoog of naar beneden

Een rechte kan ook horizontaal of verticaal zijn.

Het hellingsgetal geeft aan hoe steil de rechte loopt.

Er worden ook andere woorden voor hellingsgetal gebruikt.

 

Nulpunt

Een rechte snijdt de horizontale as in een punt, tenzij de rechte horizontaal is.

Het getal bij dat punt heet het nulpunt

Vul je de waarde van dit getal voor x in het rechtevoorschrift in dan is de uitkomst 0.

 

       

Met deze knop wordt bij de rechte de helling aangegeven met gehele getallen

Het aantal (hele) stappen naar rechts en

het aantal (hele) stappen naar boven of beneden

 

       

Met deze knop wordt bij de rechte het hellingsgetal aangegeven.

Horizontaal is de stap steeds  1.