Variabelen

Top  Previous  Next

Elke variabele heeft een aantal kenmerken:

 

- naam;          vaak een afkorting om de betekenis van de variabele aan te geven;

- type;            geheel getal, kommagetal, label, tekst of multipunt ;

- toelichting;   een toelichting is niet verplicht, maar bevordert wel het overzicht.

 

- volgnummer; het volgnummer ligt vast door de invoervolgorde.

 

Er zijn vijf typen variabelen:

Kommagetal

Geheel getal

Tekst

Label

Multipunt

 

Variabelen wijzigen of maken in menu Data > Variabelen

Je krijgt een ontwerptabel voor de variabelen Je typt de naam van de variabele in en geeft het type op. Een toelichting is niet verplicht maar wel handig omdat de toelichting in diverse schermen bij de variabele getoond wordt. Nieuwe variabelen kun je tussenvoegen met de + knop of toevoegen door naar de onderkant van de lijst te gaan.

 

Variabelen wijzigen of maken in de datatabel

In de datatabel kun je in een lege kolom rechtsklikken. Je krijgt dan een venster om een variabele an te maken. Met rechtsklikken in de kolom van een bestaande variabele krijg je diverse opties onder andere om die variabele te wijzigen of te verwijderen.

 

Variabelen selecteren

Je kunt op de volgende manieren een selectie van de variabelen maken.

 

- In het menu Beeld > Variabelen in beeld  een keuze uit de variabelen die je ziet in de datatabel

 

- In het menu Bestand > Uitvoer  een keuze uit de variabelen die je uit wilt voeren naar printer of bestand.