Goniografiek |
Top Previous Next |
In dit onderdeel zie je hoe een goniometrische grafiek uit een cirkel met straal 1 ontstaat. In een rechthoekige driehoek zijn de sinus, cosinus en tangens beperkt tot scherpe hoeken. In een cirkel echter kun je verder draaien dan 90 graden. De grootte van de draaihoek past bij de lengte van de cirkelboog. Je kunt de hoek automatisch laten draaien of met behulp van een handje. Bij het draaien van de hoek loopt een rood punt over de cirkel. In de grafiek is de horizontale variabele de draaihoek. De horizontale afstand is de booglengte.
In een rechthoekige driehoek geldt:
In de eenheidscirkel wordt dit:
cosinus
In een rechthoekige driehoek geldt:
In de eenheidscirkel wordt dit:
Dit is de verticale variabele in de grafiek.
tangens
In een rechthoekige driehoek geldt:
In de eenheidscirkel wordt dit:
Dit is de verticale variabele in de grafiek.
Buttons
Met deze balk regel je de animatie. |