Menubalk |
Top Previous Next |
Een overzicht van alle menu opties in Grafieken tekenen Bestand Nieuw Een geopend bestand wordt verwijderd. Het grafiekenscherm wordt leeg. Openen Je kunt een bestand met formules of tabellen selecteren. Het bestand wordt geopend. De grafieken komen op het scherm. Opslaan Formules en tabellen kun je in een bestand bewaren. Bij veel formules en lange tabellen is dat handig. Als er een bestand geopend is dan bewaar je onder de naam van dat bestand. Die naam staat in de titelbalk. Wil je een andere naam dan moet je het bestand bewaren, dat gaat in het menu Bestand met Opslaan als Opslaan als Formules en tabellen kun je in een bestand bewaren. Bij veel formules en lange tabellen is dat handig. Je moet een naam voor het bestand invullen. Exporteren afbeelding Een grafiek op het scherm kun je exporteren als bitmap- of jpg-bestand Instellen printer Om een printer te kunnen gebruiken moet die goed zijn ingesteld. Hoofdmenu Je gaat terug naar het hoofdmenu. Formules en tabellen, de grafieken dus ook, blijven aanwezig, je kunt ze later dus nog weer gebruiken. Invoer Nieuwe formule Je krijgt een venster om een nieuwe formule in te voeren. Zijn er nog geen variabelen dan krijg je eerst een venster om die te maken en daarna het formulevenster. Nieuwe tabel Je krijgt een venster om een nieuwe tabel in te voeren. Zijn er nog geen variabelen dan krijg je eerst een venster om die te maken en daarna het tabelvenster. Nieuwe kromme Je krijgt een venster om een nieuwe kromme in te voeren. Zijn er nog geen variabelen dan krijg je eerst een venster om die te maken en daarna het kromme-invoer-venster. Somgrafiek Je krijgt een overzicht van de formules en tabellen. Vink er twee aan. De grafieken worden dan opgeteld. De formule van de nieuwe grafiek wordt: [eerste]+[tweede] Verschilgrafiek Je krijgt een overzicht van de formules en tabellen. Vink er twee aan. De grafieken worden dan van elkaar afgetrokken. De formule van de nieuwe grafiek wordt: [eerste] - [tweede] Wijzigen Je krijgt een overzicht van de formules en tabellen. Door te dubbelklikken in het gewenste vak krijg je de tabel of formule en kun je die aanpassen.Als er maar één formule of tabel is krijg je die meteen. Alles verwijderen Alle formules, tabellen worden verwijderd. Je krijgt een scherm met een schoon assenstelsel.
Assen Assen instellen Je krijgt een venster om de assen in te stellen. Dat wil zeggen van waar tot waar de horizontale as en de verticale as in het assenstelsel loopt. Je kunt zelf getallen invullen of de voorkeuze-buttons gebruiken. Voor de intervallen (streepjes) op de assen moet je de button Asindeling kiezen. Namen assen In het menu Assen kun je de optie Namen assen kiezen. Je krijgt een venster om de namen van de assen, de variabelen dus, in te vullen. Je kunt zelf namen invullen of de voorkeuze-buttons gebruiken. Je kunt ook eenheden opgeven, maar dat hoeft niet. Vierkant In het menu Assen kun je de optie Vierkant kiezen. De horizontale en verticale as worden met dezelfde eenheid getekend. Hoeken zien er dan correct uit. Een cirkel is dan ook echt rond. Om de assen vierkant te maken kun je ook de button x-as logaritmisch De horizontale as wordt logaritmisch ingedeeld.Dit is handig als het domein een erg groot interval is. Grafieken van logaritmische functies worden rechte lijnen. Als de verticale as ook logaritmisch ingedeeld is worden de grafieken van machtsfuncties rechte lijnen. y-as logaritmisch De verticale as wordt logaritmisch ingedeeld. Dit is handig als het bereik een erg groot interval is. Grafieken van exponentiële functies worden rechte lijnen. Als de horizontale as ook logaritmisch ingedeeld is worden de grafieken van machtsfuncties rechte lijnen. Grotere letters De getallen en woorden bij de assen kun je met klikken op deze optie stapsgewijs groter maken. Kleinere letters De getallen en woorden bij de assen kun je met klikken op deze optie stapsgewijs kleiner maken. Lijndikte Met deze optie kun je de dikte van de horizontale en verticale as aanpassen. De dikte van de grafieken kun je instellen in het menu Beeld.bij de optie Lijndikte grafiek Rooster Je kunt het assenstelsel op de volgende manieren verder indelen: Geen, je ziet dan alleen de assen en de indeling van de assen Tabellen Horizontale tabel Je kunt horizontaal door de tabel scrollen. Met de linker en rechter muisknop kun je in de tabel in- en uitzoomen. Verticale tabel Je kunt verticaal door de tabel scrollen. Met de linker en rechter muisknop kun je in de tabel in- en uitzoomen. Omzetten Je kunt de “y”-waarden in een tabel omzetten naar andere “y”-waarden volgens een viertal functies. Die functies zijn: 1/y, 1/y^2, e^y. en lny. Fitten (trendlijnen) Fitten is het zoeken van een grafiek die goed aansluit bij een grafiek die uit punten is opgebouwd. Tabel importeren Je kunt een tabel importeren die met een ander programma, bijvoorbeeld VU-Stat of Excel is gemaakt. In dat programma moet de tabel als een ascii-tabel zijn geëxporteerd. De naamgeving van de variabelen gaat automatisch, maar variabelen kun je ook handmatig aanpassen.
Beeld Grafiek Als de grafiek verdwenen is kun je die met deze optie weer terugroepen. Schuifbalken Je krijgt een horizontale en verticale schuifbalk bij de tekening. Daarmee kun je de tekening over een groter gebied bekijken. Dat kun je ook met het handje doen dat je krijgt met de button Tekst toevoegen In de rubriek Grafieken tekenen kun je op het scherm of bij een grafiek tekst zetten. Door rechts te klikken met je muis krijg je een vakje om de tekst in te vullen. Dat gaat ook met de menuoptie Beeld Tekst toevoegen. Je kunt de tekst verder aan je wensen aanpassen door rechts op de gemaakte tekst te klikken. Tekenmode Je kunt uit twee manieren van tekenen kiezen. lijnplot de berekende punten worden door lijnstukjes verbonden puntplot de berekende punten worden niet verbonden Aantal berekende punten De snelheid en de nauwkeurigheid waarmee de tekening wordt gemaakt hangt samen met het aantal punten dat de computer berekent. een paar punten tekening snel, minder nauwkeurig normaal tekening redelijk snel, redelijk nauwkeurig Animatie De grafieken worden langzaam getekend, zodat je goed het gedrag van een grafiek kunt bestuderen. Met de spatiebalk stop je het tekenen en laat je het tekenen weer doorgaan. Naast verschillende tekensnelheden kun je ook kiezen om één grafiek (de in de lijst actieve grafiek) of alle grafieken tegelijk met animatie te laten tekenen. Lijndikte grafiek Je kunt krijgt een vakje om de dikte van de grafieken in te stellen. Trace Tracen betekent het spoor van de grafiek volgen. Klik op een punt van een grafiek. Je krijgt een vakje met de coördinaten van dat punt. Bij inzoomen neemt het aantal decimalen toe. Bij uitzoomen neemt het aantal decimalen af. Je kunt elke grafiek apart tracen of alle grafieken tegelijk. Bij formules met parameters staat ook het parametergetal in het trace-vakje. Bij krommen werkt de trace niet. continu de trace is nauwkeurig, een bepaald punt pakken is lastig stapjes de trace gaat in kleine stapjes, een bepaald punt pakken is makkelijk één functie alleen de grafiek waar je op klikt wordt getraced tegelijk alle grafieken worden tegelijk getraced Veel decimalen Berekende getallen worden met meer decimalen weergegeven
Extra Je kunt met de actieve grafiek direct doorgaan naar een van de volgende rubrieken: Toenamen
? Help geeft hulp bij deze rubriek Grafieken tekenen
Info geeft informatie over het programma VU-Grafiek
Website geeft een link naar een website. De naam van de website kun je opgeven bij Profielen-Diversen. |