Steekproeven

Top  Previous  Next

In de praktijk moet vaak een kenmerk van een populatie worden vastgesteld. Bijvoorbeeld het aantal voorstanders bij een opiniepeiling. Om diverse redenen worden niet alle personen ondervraagd, te duur, maar slechts een relatief klein aantal, de steekproef. Die steekproef wordt dan gebruikt als afspiegeling van de populatie. Het is dus van belang dat deze afspiegeling betrouwbaar is. Uiteraard zal niet elk steekproef exact hetzelfde beeld laten zien en treden variaties op die toevallig dan wel systematisch kunnen zijn. In deze simulatie kun je op diverse niveaus bestuderen hoe nauwkeurig het trekken van een steekproef is.

Op een groot raster staan rechthoekjes met verschillende kleur. Je moet schatten hoe groot het geheime, maar wel tevoren instelbare, percentage blauwe rechthoekjes is. Tellen is erg tijdrovend. De aangewezen methode is om het percentage met behulp van een steekproef  te schatten. Om te bepalen hoe nauwkeurig de steekproefmethode is kan het trekken herhaald worden. Via het menu kan onderscheid gemaakt worden tussen trekken met en zonder terugleggen. Ook kunnen de rechthoekjes opnieuw over het raster worden verdeeld.

Er zijn vier tabbladen mogelijk: Steekproef, Resultaten, Betrouwbaarheidsintervallen, Hypothese toetsen. In het menu en op de tabbladen zijn diverse instelmogelijkheden, ze worden hierna besproken. Geavanceerde opties kunnen bij Profielen Simulatie Steekproef worden ingesteld en in een ini-file worden opgeslagen.

Veel op het scherm kan gewijzigd worden. In onderstaande beschrijving wordt er van uitgegaan dat geen opties verborgen zijn. Zij de opties niet zichtbaar dan zijn ze mogelijk bij Profielen uitgezet.

 

Algemeen

Alvorens simulaties uit te voeren dienen de omvang van de populatie en de steekproef, het aantal steekproeven en de proportie blauw  opgegeven te worden.

 

Tempobalk

Met de tempobalk kun je de snelheid waarmee wordt gesimuleerd instellen maar ook tijdens het simuleren veranderen.

Met Stap kun je gedetailleerd volgen hoe een experiment verloopt.Een experiment wordt 1 keer uitgevoerd. Snel is bedoeld om veel data te maken die je in een excelbestand kunt bewaren.

Onderbreken/Doorgaan

Met de spatiebalk kun je de simulatie onderbreken of hervatten

 

Knoppen

excel zet de resultaten in een Excelbestand, op de taakbalk verschijnt een link.

Met de printknop verschijnt een venster om een printafdruk te maken.

Met de infoknop verschijnen korte toelichtingen op het scherm.

 

Tabblad Steekproef

Rechtsboven  toont een staafdiagram het aantal gekleurde rechthoekjes in de steekproef. Rechtsonder worden de resultaten van meerdere steekproeven verzameld. Het resultaat, de proportie blauwe rechthoekjes bij een steekproef,  wordt met een stip aangegeven

De kleuren kunnen door vinken verborgen worden. De populatie kan in meer of mindere mate met een schuif geclusterd worden. Dat wil zeggen dat de gekleurde rechthoekjes meer of minder in groepen bij elkaar zitten. Je kunt zo nagaan of dit effect heeft op het steekproefresultaat.

Links staat een tabel met de resultaten. De tabel kan oplopende gesorteerd worden.

 

Tabblad Resultaten

Op dit blad worden de resultaten nader bekeken. De weergave van een resultaat kan door middel van een stip of blokje (rond rechthoekig) Zie het menu.

Bij kleine aantallen steekproeven worden de resultaten gepresenteerd in klassen. Als de optie foutenmarge aanstaat is het mogelijk dat sommige steekproeven in dezelfde klasse binnen de foutenmarge vallen en andere steekproeven erbuiten. Bij grotere aantallen steekproeven worden bij rechthoek de intervallen gesplitst. Waardoor de situatie die hierboven beschreven wordt minder vaak voorkomt.

Aangegeven staat de foutenmarge. De foutenmarge is de afwijking van de steekproef ten opzichte van het werkelijke percentage. Het percentage van de steekproeven dat binnen de foutenmarge valt wordt aangegeven.

De normale verdeling wordt pas getoond bij voldoende groot aantal steekproeven.

 

Tabblad Betrouwbaarheidsintervallen

Op dit tabblad wordt bij iedere steekproef aangegeven of het werkelijke percentage binnen het betrouwbaarheidsinterval ligt. De betrouwbaarheid kan worden ingesteld. Met een knop krijg je informatie over de rekenmethodiek

 

Tabblad Hypothesen toetsen
Het vierde tabblad gaat over hypothese toetsen.

Nulhypothese

De nulhypothese gaat uit van de werkelijke proportie blauwe rechthoekjes.

In het menu kan significantie aangezet worden. De steekproefresultaten die in het kritieke gebied vallen worden rood gekleurd en de andere groen. Ook verschijnt een knop waarmee het significantie niveau kan worden ingesteld.

Toets

Hier kan het karakter van de toets worden opgegeven.

Vergelijken

Hier kun je onderzoeken in hoeverre een op te geven steekproefresultaat afwijkt van het werkelijke percentage blauwe rechthoekjes en welk percentage van de steekproeven nog verder afwijkt. Onder het diagram wordt dit met een blauwe balk aangegeven.

 

Menu

Bestand

Excel

De resultaten van de steekproeven worden naar Excel gestuurd.

Printen

Het scherm wordt geprint.

Simuleren

Met teruglegging/Zonder teruglegging

Indien gekozen wordt voor het trekken van steekproef zonder teruglegging moet de populatie aanzienlijk groter zijn dan de steekproef.

Nieuwe populatie

Het raster wordt opnieuw gevuld waarbij het aantal blauwe rechthoekjes niet gewijzigd wordt. Alleen de posities van de blauwe rechthoekjes zijn opnieuw bepaald.

Beeld

Algemeen

Omvang populatie

De omvang van de populatie kan gewijzigd worden.

Bij Profielen kan de omvang van de populatie waarmee het programma start worden vastgesteld.

Aantal steekproeven

Het aantal steekproeven kan worden vastgesteld. Bij Profielen kan de omvang van de populatie waarmee het programma start worden vastgesteld.

Rond/Rechthoek

De vorm waarin de resultaten worden gepresenteerd. Bij kleine aantallen steekproeven worden de resultaten gepresenteerd in klassen. Als de optie foutenmarge aanstaat is het mogelijk dat sommige steekproeven in dezelfde klasse binnen de foutenmarge vallen en andere steekproeven erbuiten. Bij grotere aantallen steekproeven worden bij rechthoek de intervallen gesplitst. Waardoor de situatie die hierboven beschreven wordt minder vaak voorkomt.

Steekproef

Clustering.

Wel of niet instelbaar door de gebruiker.

Resultaten

Foutenmarge.

Toont de foutenmarge. De foutenmarge gaat na voor welke waarde van f het interval [p - f; p + f] een zeker percentage (vaak 95%) van alle steekproefresultaten bevat, p is de proportie blauw in de populatie.

Normale verdeling

Wel of niet de normale benadering laten zien

Hypothese toetsen

Zichtbaar

Het vierde tabblad kan hier onzichtbaar worden gemaakt.

Vergelijken

Dit geeft gelegenheid om te onderzoeken hoe extreem een bepaalde waarneming is door deze  te vergelijken met de resultaten van het totaal van de steekproeven.

Significantie.

Indien de significantie aan staat worden de steekproefresultaten die in het kritieke gebied vallen rood gekleurd en de andere groen. Ook verschijnt de knop waarmee het significantie niveau kan worden ingesteld.

 

Instellingen (Profielen Simulaties Steekproef)

Bij het opstarten kan een goot aantal opties worden meegegeven.

De meeste keuzemogelijkheden zijn waarschijnlijk duidelijk. Ingewikkeld is de keuzemogelijkheid theorie en geen theorie. Bij de optie theorie wordt voor betrouwbaarheidsinterval en kritieke gebied uitgegaan van de theoretische waarden die men op grond van de normale benadering kan verwachten. Bij de optie theorie zijn de waargenomen uitkomsten zelf de bron van de criteria. Dus pas als alle steekproeven gedaan zijn, is het mogelijk om betrouwbaarheidsintervallen en kritieke gebieden te bepalen (bootstrap methode). Deze resultaten gelden dan ook alleen voor de situatie waarbij de steekproeven genomen zijn.